.
“Dronken strompel ik de woonkamer binnen. ‘Alle mensen zijn klootzakken’ schreeuw ik. Mijn familie negeert me, en ik negeer hen. Ik ben veel te laat voor het eten en iedereen heeft zijn bord al leeg. Ik kijk naar het eten op mijn bord en word kwaad. ‘Wat is dit voor troep!’ gil ik, ‘ik had om pasta gevraagd!’ Ik smijt mijn bord kapot op de grond. Mijn zus rent huilend naar buiten, mijn moeder rent erachteraan. Boos ga ik op de bank zitten. Ik snap niet wat er nu weer aan de hand is.
Ik had nooit thuis moeten komen, ik had moeten blijven drinken.
Na een tijdje komt mijn broer naar mij toe, mijn grote broer waar ik zo naar opkijk en die al een hele tijd mij niet wilde spreken, net als de zus die net weggerend is. Vanavond waren ze er toch, ik denk om mijn ouders een plezier te doen.
Hij begint met mij te praten. Mijn vader heeft hem gesmeekt of hij nog een laatste keer met mij wilde praten. ‘Het kon wel eens de laatste keer zijn dat we nog tot haar door kunnen dringen’ had hij gezegd. Iets wat ik die avond niet wist, maar nu, jaren later, wel. Ik wil eerst niet naar hem luisteren, het is mijn schuld niet, het is nooit mijn schuld. Dan zegt hij iets en dan dringt het ineens tot me door.
Ik kijk naar de mensen die nog aan tafel zitten. Ze zien er uitgeput, verslagen en verdrietig uit. Er hangt een doodse stilte. Tranen vallen. Ik besef dat het door mij komt. Ik realiseer me ineens wat ik hen al die jaren heb aangedaan en begin onbedaarlijk te huilen. Dan voel ik de hand van mijn vader. Eerst twijfelend, dan steviger. ‘We zullen er alles aan doen zodat je beter wordt lieverd’ zegt hij.
‘Breng me alsjeblieft vanavond nog naar de kliniek, alsjeblieft, het spijt me zo’ zeg ik huilend. Dan sta ik ineens op en ren naar de garage. ‘Ik moet, ik moet sorry zeggen’ stamel ik. Ik sta net in de deuropening van de garage als mijn moeder en mijn zus eraan komen. Huilend val ik ze in hun armen en vertel ze dat ik naar de kliniek ga. Dat ik er alles aan zal doen om ze nooit meer ongelukkig te zien.
Nooit meer tranen om mij. Dat beloof ik mijzelf die avond.
Ze knuffelen me terug en zeggen dat ze nog steeds van mij houden.”
————————————————————————————————————————————–
Marrit schrijft, slaapt (soms wat veel), eet, zoent, geniet zoveel mogelijk van mooie kunst, steden/natuur, mensen en vooral zichzelf. Zou letterlijk gek worden zonder het schrijven en geeft poëzieworkshops en lessen over verslaving en vertelt daarbij haar eigen verhaal.
Afgelopen november zei ze de huur van haar appartement op, kapte met de zoveelste opleiding omdat ze besefte dat zij en een ”normale” baan maar moeilijk samengaan, en besloot voor haar droom te gaan. Schrijven, de wereld ontdekken en daarvan genieten.
Waarom Keerpunt?
Ik wil graag verhalen verzamelen. Van Leeuwarders, of daarbuiten, in ieder geval: van mensen die mij inspireren, en die een mooi verhaal hebben. Marrit is daar eentje van.
Daarom ben ik aan de slag gegaan met een formatje. Het heet Keerpunt, zoals je hierboven hebt kunnen lezen. En het gaat over het moment in je leven dat een keerpunt was. Het moment waarop je besefte: nu ga ik het zo doen.
Ook een keerpunt die je wilt delen? Doe me even een berichtje.
Fotocredits: Almar Setz