Ik heb een vriendin, alleen ik krijg het maar niet voor elkaar om haar te vertrouwen. In de tijd dat ik in Mallorca zit is ze 1 keer vreemdgegaan, en dit houdt mij enorm bezig. Ik begin in die periode steeds meer hard-drugs te gebruiken. Soms wel 5 dagen achter elkaar. Wanneer ik dan eindelijk stop, dan drink ik 2 a 3 liter wijn om in slaap te komen.

Ik slaap weinig. Het is behoorlijk mis in mijn hoofd.

Maar, toegeven dat ik een probleem heb vertik ik. Ik ben immers niet degene die met een naald in z’n arm onder een brug ligt. Ik eet regelmatig, spreek nog steeds vrienden (Zoek wel steeds nieuwe vrienden. Mijn oude vrienden zijn namelijk al vertrokken naar de Randstad ivm afstuderen en baan),en m’n geld is nog nooit op. Ik troggel geld af van mijn ouders met allerlei trucjes, en hou ze zoet met het feit dat ik nog steeds een keer per week naar de psycholoog ga.

13 januari 2015 besluiten mijn vriendin en ik er een punt achter te zetten. Het gaat niet meer. Ik verhuis in deze week naar een appartement zonder huisgenoten.

Weg sociale controle.

“Al vrij vlot zit ik bijna structureel aan de harddrugs.”

Al vrij vlot zit ik bijna structureel aan de harddrugs. Met af en toe één à twee dagen ertussen om bij te komen en naar mijn studie te gaan. Mijn leven is niet meer dan een stuiver waard en ikzelf? Ikzelf ben nog veel minder waard.

Ik heb geen oog meer voor normen en waarde, regels lap ik aan mijn laars en het begrip goed en fout, dat ben ik volledig uit het oog verloren. Ik geef mijn ouders overal de schuld van, door hun gebrekkige opvoeding ben ik de junk geworden die ik ben.

Het is 15 mei 2015. Ik heb al 5 dagen niet geslapen. Ben continu doorgegaan, doorgesnoven. Ik bivakkeer alleen nog maar op mijn slaapkamer. En dan begint het. “Ik ga je vermoorden”, hoor ik. “We gaan je martelen.” Ik kijk om me heen. Waar komt het vandaan?

“We gaan je vermoorden”, daar is het weer. Steeds meer. Steeds meer mensen. Waar komen ze vandaan? Ik zie ze niet. Maar ik hoor ze wel. “Ik ga je ophangen. Ik ga je vel stropen”, die stem blijft meer komen. Ik word bang. Heel bang.

Ik bel mijn ouders, en biecht alles op.

De kunst van Jorrit Pieter

Ze halen me op uit Groningen. Ik vermoed dat ze ingehuurd zijn door de mafia om mij om te brengen. De stemmen vertellen me het. Ik vertrouw ze niet. Eenmaal thuis aangekomen wil ik de stemmen weg hebben. Ik drink een fles wijn leeg. Eindelijk val ik in slaap.

“We hebben een afkickkliniek voor je gevonden”. Het is de volgende ochtend, en mijn ouders vertellen me dit, bezorgd. Ik snap het niet zo goed. Ik werd vanochtend gewoon wakker, er is niks aan de hand toch? “Je moet hier echt heen gaan”, gaan ze verder. Ze accepteren geen nee. En dus ga ik maar. Niet voor mij, voor hun.

“Het leven is toch immers mooi wanneer je zuipt, snuift, heel vaak roept “fuck de wereld” en jezelf vrijwaart van elke vorm van verantwoordelijkheid.”

Het is twee weken later, en daar zit ik: tussen allemaal mensen met problemen waar ik mij absoluut niet in herken. Ik kan het met niemand eens worden en vind iedereen ook eigenlijk maar zeuren; het leven is toch immers mooi wanneer je zuipt, snuift, heel vaak roept “fuck de wereld” en jezelf vrijwaart van elke vorm van verantwoordelijkheid?

Boos roep ik: “Jullie zijn allemaal junkies, ik ben een filosoof en kunstenaar en gebruik het alleen als zelfmedicatie.” (Nu schaam ik me kapot voor zulke opmerkingen) Na twee dagen vertrek ik. Fuck dat, dit is niet iets wat ik nodig heb. Ik hoor hier niet.

De dag erna zit mijn neus weer vol.

De twee maanden die volgen zijn opnieuw een hel voor mijn ouders. Mijn ouders zijn de veroorzakers van al mijn problemen, ik denk het nog steeds. Dus maak ik het voor hun- in hun eigen huis- onleefbaar.

Bovendien vind ik dat ze, als een soort boetedoening, mijn reis naar Nepal, plus een zak geld moeten bekostigen. Mijn ouders zijn zo aan het eind van hun latijn dat ze er mee instemmen! Zonder door te hebben hoe ik mijn ouders het leven zuur maak schep ik zelfs op over hoe ik ze zover heb kunnen krijgen.

Nog elke dag drink ik, en ik kan geen afscheid nemen van drugs. Ik wil het niet, en vind het niet nodig.”

 


Dit is het verhaal van Jorrit Pieter. Het is niet zomaar een verhaal. Het enorme verhaal rondom medicatie, hoe makkelijk je op je 17e al drugs voorgeschoteld krijgt om je ADHD te onderdrukken, de enorme hoeveelheid medicijnen die hij heeft gekregen om om te gaan met “schizofrenie”, de drank en drugs die hij als “zelfmedicatie” gebruikte, en hoe de strijd nu nog steeds elke dag gestreden wordt…

 Ja, het enorme lef dat hij toont om dit te laten zien, om dit bespreekbaar te maken, prijs ik enorm.

 Het verhaal van Jorrit Pieter start als hij zeventien is. Omdat het uitgebreid is, heb ik ervoor gekozen je deze week in een vijfluik mee te nemen in de wereld die heel lang de wereld van Jorrit Pieter was. Dit is het tweede deel. 

Er volgen nog drie delen.

De foto en de tekening van JP’s hoofd bovenin is gemaakt door Jentie Youna Jelles.