`Ik kan het niet bedenken´, mompel ik in mezelf. Ik kan het niet voor me halen, terwijl ik door de winkelstraten loop. De ramen schreeuwen stuk voor stuk naar me dat ik het moet. De lichtjes voelen als de langgewilde sneeuwvlokjes waar iedereen naar verlangt met kerst. Wind en kou heeft gewonnen, maar het witte poeder blijft achter.

Ja, ik verlang naar sneeuw. Sneeuw, die de wereld onbegrenst maakt. Vrij van gebaande paden, zelf kiezen waar je loopt. Stiekem door de tuin van je buren lopen, omdat het toch niet zichtbaar is. Geen verboden, geen grenzen, want alles is hetzelfde, en iedereen is blij en speels. De wereld kan wel een beetje sneeuw gebruiken, met alle paden en zijweggetjes die we tegenwoordig niet meer mogen nemen.

Maar er is wind en kou. De snijdende harde wind doet me denken aan alle snijdende opmerkingen en boze mensen dit jaar. Het is alsof, tijdens deze tijd van wensen uitspreken, goede voornemens en oprecht lieve mensen, die wind nog even wil laten zien wat we de rest van het jaar gedaan hebben.

En terwijl ik thuis kom, kan ik het nog steeds niet bedenken.
Ik heb geen wensen.

Ik vraag me af of dat goed is. Waarom ik dat niet heb. Ik heb toch wel heel veel wat ik nog wil bereiken? Ik heb toch wel veel wat ik heb bereikt dit jaar?

Maar als ik terugdenk aan dit jaar, denk ik daar niet aan. Ja, ik heb vast wel mooie dingen gedaan, maar ze verbleken bijna net zo als de gewilde sneeuw de straten verbleekt. Ze verbleken bij alle andere dingen die veel belangrijker waren. Ze verbleken bij de mensen die plots dit jaar niet meer in de sneeuw kunnen lopen.

En daarom heb ik geen wensen. Ben ik eigenlijk alleen maar dankbaar. Dankbaar voor wat ik kan doen, in gezondheid.

Misschien is dat wel iets wat ik wens. Meer dankbaarheid. Meer bewust zijn van hoe goed we het hebben. Niet in geld, huis of carriére. Dat is allemaal bijzaak. Nee, in gezondheid. Dat we stil staan bij wat we hebben, in plaats van hollen naar wat we willen hebben.

Meer stilstaan, het liefst in de sneeuw. Dat is voor mij de vooruitgang. Dat is voor mij 2018.

(En een kat in de sneeuw. Ook dat.)